Aanleiding De wijk Stroinkslanden in Enschede Zuid wordt doorsneden door twee ontsluitingswegen. Van noord naar zuid loopt de Knalhutteweg. Ten westen hiervan ligt de Broekheurne-ring en ten oosten hiervan ligt de Zuid Eschmarkerrondweg. Deze wegen kruisen elkaar bij winkelcentrum ‘Het Stroink’ door middel van een rotonde met fietsers in de voorrang. De gemeente Enschede ervaart dat het fietsverkeer op de rotonde zich niet altijd aan de verplichte rijrichting houdt. Dit levert onveilige situaties op omdat automobilisten slechts fietsers uit één richting verwachten bij het naderen van een rotonde. Methode Om inzicht te krijgen in het aantal fietsers dat de rotonde in tegengestelde richting berijdt, en de gevaarzetting hierbij, heeft Keypoint middels een cameraonderzoek met twee camera’s het gedrag op de rotonde in kaart gebracht. Met de ene camera is het conflictgebied fiets – auto voor de noordelijke en oostelijke aansluiting van de rotonde in beeld gebracht. Met de tweede camera is dit gedaan voor de zuidelijke en westelijke aansluiting. Met de camera’s is een periode van vijf werkdagen gefilmd, waarvan de dinsdag is geanalyseerd op onveilige situaties. Resultaten Op basis van de camerabeelden is het gedrag op de rotonde inzichtelijk gemaakt. Door middel van deze analyse wordt niet alleen gekeken naar de omvang van het probleem, maar worden ook aanknopingspunten gezocht om het gedrag te verklaren. De gemeente heeft vooraf een vermoedelijke verklaring aangedragen voor het fietsverkeer dat tegengesteld aan de rijrichting fietst. Er bevindt zich een winkelcentrum op de noordoostelijke hoek van de rotonde. Dit winkelcentrum sluit met een fietspad rechtstreeks aan op de rotonde. Om niet de gehele rotonde rond te rijden is het mogelijk dat de route wordt afgesneden door tegen de verplichte rijrichting in te fietsen. Om dit te vermoeden te toetsen is gekeken naar de richting waaruit de fietsers de rotonde naderen, indien zij tegengesteld aan rijrichting over de rotonde fietsen. Uit deze analyse bleek dat deze fietsers niet vanuit het fietspad van het winkelcentrum komen, maar vanuit noordelijke richting. Gezien de tijdstippen waarop deze constateringen gedaan zijn lijkt het aannemelijk dat het ongewenste gedrag met name wordt vertoont door (ouders met) kinderen van de drie verderop geleden basisscholen. Op basis van deze conclusie zal de gemeente kijken naar mogelijke gedragsbeïnvloedingsmaatregelen.