Deelmobiliteit stimuleren als gemeente: Waar moet je rekening mee houden?
Tegenwoordig zien steeds meer gemeenten in dat deelmobiliteit een oplossing kan bieden voor veel problemen. In mijn vorige blog heb ik laten zien hoe deelmobiliteit kan bijdragen aan een oplossing voor de verdichtingsopgave in steden. Naast dat deelmobiliteit kan leiden tot een efficiënter gebruik van schaarse ruimte, bevordert het duurzaamheid en leefbaarheid. Kortom, reden genoeg om als gemeente deelmobiliteit niet alleen te faciliteren, maar ook te stimuleren. Maar waar dien je als gemeente rekening mee te houden?
-
Bekendheid onder inwoners vergroten
Deelmobiliteit is voor veel mensen nog een nieuw concept waarmee niet iedereen bekend is. Het stimuleren en realiseren van deelmobiliteit is sterk afhankelijk van de bekendheid onder de mensen met het concept deelmobiliteit. Immers, wanneer de bekendheid laag is, dan zal het gebruik ook laag uitvallen. We zien dat commerciële aanbieders van deelmobiliteit gebaat zijn bij het creëren van een hoge bekendheid vanwege onder andere financiële doeleinden. Aangezien gemeenten echter ook gebaat zijn bij een hogere mate van gebruik van deelmobiliteit, zijn zij ook gebaat bij een hoge bekendheid van deelmobiliteit onder haar inwoners. We zien dus dat het vergroten van de bekendheid van deelmobiliteit niet alleen aan de commerciële partijen is, maar er ook een rol voor de gemeente is weggelegd.
Een mooi voorbeeld van deelmobiliteit onder de aandacht brengen als gemeente is het benaderen van inwoners die net hun rijbewijs hebben gehaald. Op deze wijze wordt een doelgroep benaderd welke potentieel een belangrijke gebruiker van deelmobiliteit is. Zeker gezien het feit dat deze doelgroep op zo’n moment vaak voor de keuze staat om wel of geen eigen auto aan te schaffen.
-
Transparante communicatie met aanbieders
Een goede open communicatie met de partijen die deelmobiliteit aanbieden is belangrijk. Het gaat hier bijvoorbeeld om het op de hoogte stellen van aanbieders door de gemeente over het beleid en de mogelijke toekomstige veranderingen hierin. Ook het afhandelen van aanvragen kan soms stuiten op een moeizame communicatie. Wanneer het aanvragen van een vergunning voor een deelauto maanden op zich laat wachten en hier niet over gecommuniceerd wordt, dan komt dit de realisatie van deelmobiliteit niet ten goede. Door snel en transparant te communiceren kan voorkomen worden dat er kansen worden gemist om bijvoorbeeld de aankoop van een eigen auto te voorkomen met deelmobiliteit.
Neem ook, met oog voor een level playing field, wensen van aanbieders mee in het beleid. Echter dient wel rekening te worden gehouden met het feit dat de doelstellingen van deze marktpartijen deels anders zijn dan de doelstellingen van een gemeente. Een goede balans vinden is belangrijk met enerzijds restrictief beleid hanteren zodat de openbare ruimte in goede orde blijft. Anderzijds moeten aanbieders van deelmobiliteit niet te veel door het beleid beperkt worden in hun mogelijkheden. Maar bovenal belangrijk: wees open in je communicatie naar aanbieders van deelmobiliteit. Laat marktpartijen bijvoorbeeld experimenten, maar spreek dan wel tussentijdse evaluatiemomenten af waarbij er ruimte is om de afspraken ter herijken.
-
Onderscheid in commercieel en particulier delen
Tot slot is bij het simuleren van deelmobiliteit het onderscheid tussen commercieel en particulier delen van belang. Deelmobiliteit wordt niet alleen vanuit commerciële partijen aangeboden, maar kan ook door particulieren tot stand komen in de vorm van peer-to-peer delen. Een voordeel van particulier delen ten opzichte van commercieel delen is bijvoorbeeld het feit dat er geen nieuwe voertuigen in de openbare ruimte hoeven worden neergezet. Bij particulier autodelen gebruiken inwoners vaak hun eigen auto om autodelen mogelijk te maken, bijvoorbeeld via SnappCar of een abonnement op een Lynk&co. Het blijkt echter dat gemeenten vaak onvoldoende kennis hebben over het particulier autodelen in de gemeenten. Bovendien vinden veel gemeenten het lastig om peer-to-peer autodelen in hun beleid te betrekken, bijvoorbeeld omdat de relatie met parkeerbeleid minder sterk is. Wat mensen op hun eigen oprit doen, is niet aan de gemeente. De meeste gemeenten hebben daarom stimuleringsmaatregelen die alleen op commercieel delen gericht zijn. Door beleid te hanteren waarin zowel commercieel als particulier delen aan bod komen, worden er geen vormen van deelmobiliteit uitgesloten. Peer-to-peer autodelen kan bijvoorbeeld uitstekend in de informatievoorziening over deelmobiliteit meegenomen worden. Het gesprek aangaan met inwoners over peer-to-peer autodelen blijkt een belangrijk punt. Op deze manier worden inwoners ook gehoord en gestimuleerd om deelmobiliteit zelf in te zetten en te gebruiken.
Mocht je als gemeente een actieve rol willen innemen in het faciliteren en stimuleren van deelmobiliteit? Houd dan vooral rekening met de bovengenoemde punten. Op deze manier vergroot je als gemeente de kans dat deelmobiliteit een succes kan zijn in eigen stad. Meer weten over deelmobiliteit stimuleren? Neem dan gerust contact op.